We houden van rijke mensen. Het zijn onze helden. In een neoliberaal systeem zijn zij namelijk de winnaars, zij die juichend het Monopoly-bord leeg graaien terwijl wij, de verliezers, applaudisseren. Bij hun overwinningsspeech hangen we kwijlend aan hun lippen; het zijn graag geziene gasten in praatprogramma’s en politici luisteren graag naar hun besognes.
Maar waarom eigenlijk?